werelddoel #4

Goed onderwijs voor iedereen

Verder

Oké, huiswerk is niet altijd leuk. En iedere ochtend naar school fietsen misschien ook niet. Maar goed onderwijs is wel belangrijk voor later. En stiekem is het ook best leuk om veel te weten.

In Nederland kunnen verreweg de meeste kinderen naar school. Dat is niet overal zo: over de hele wereld heeft volgens cijfers van Unicef ongeveer één op de vijf kinderen geen toegang tot onderwijs. Gelukkig gaan steeds meer kinderen wereldwijd wel naar de basisschool. Maar daarna volgen nog veel kinderen geen voortgezet onderwijs. Bijvoorbeeld omdat er te weinig goede docenten zijn. Of omdat met school moeten stoppen om te trouwen.

In Nederland zijn er maar weinig mensen (18-24 jaar) die met school stoppen voor ze helemaal klaar zijn: in 2022 was dat 5,6%. Hier hebben we andere problemen, zoals leraren die steeds meer uren moeten werken en klassen die steeds groter worden.

Wereldwijd moeten we zorgen dat alle kinderen naar school kunnen en daar kunnen blijven tot ze klaar zijn. In ons eigen land wordt gewerkt aan oplossingen om leraren te helpen, bijvoorbeeld door veel nieuwe leerkrachten op te leiden en nieuwe manieren van lesgeven te bedenken. Omdat alle kinderen recht hebben op goed onderwijs!

Hoe scoort Nederland op dit werelddoel?

  • 1/3
    Nederlandse kinderen zijn heel goed in wiskunde. Van alle landen in de EU stonden we in 2019 op de tweede plaats! Bron: CBS
  • 2/3
    79% van de Nederlanders tussen de 16 en 74 jaar heeft voldoende digitale vaardigheden (cijfers 2019). Daarmee staan we op de eerste plek in Europa. Bron: CBS
  • 3/3
    Wereldwijd kunnen of mogen 262 miljoen jongeren en kinderen niet naar school. Dat aantal daalt, maar het zijn er nog veel te veel! Bron: Unicef

‘Nederlands leer je niet door te gamen’

Boran uit Nijmegen is kinderambassadeur van Werelddoel 4: goed onderwijs voor iedereen.
  • Waarom juist dit Werelddoel?
  • ‘Ik heb er wel een duidelijke mening over. School is superbelangrijk. Alle kinderen op de wereld moeten naar school kúnnen. Daar leer je zoveel wat je buiten school niet leert. Denk aan wiskunde of Nederlands. Dat heb je later veel nodig. En Nederlands leer je niet door bijvoorbeeld te gamen. Want in games is bijna alles in het Engels.’
  • Ben jij tevreden over je school?
  • ‘Ja hoor. Ik krijg goed les. Veel over technologie en digitalisering. Weet je, ik leef in Nederland. Hier hebben we het qua onderwijs zó goed vergeleken met kinderen in veel andere landen. Zouden hier ook dingen beter kunnen? Vast. Maar we mogen eigenlijk niet klagen.’
  • Hoe belangrijk is een leraar of lerares?
  • ‘Ontzettend belangrijk. Een leraar is net als je ouders. Die leert je van alles. Niet alleen praktische dingen, ook levenslessen. Als ik ruzie heb met een klasgenoot bijvoorbeeld, leert een leraar ons hoe we het weer goed kunnen maken.’
  • Wat voor tips zou jij docenten in Nederland geven?
  • ‘Ik vind leren leuker als mijn leraren enthousiast voor de klas staan. Dat ze laten zien dat ze er zin in hebben. De band tussen docenten en leerlingen mag ook wel wat sterker. We hoeven geen vrienden te worden. Maar als we zorgen dat we elkaar wat beter leren kennen, begrijpen we elkaar ook beter.’